Spring naar inhoud

Optie ‘Bedrag ineens’ uitgesteld tot 1 januari 2023

De Eerste Kamer ging in januari akkoord met het wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen. Wel werd de ingangsdatum met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2023. Dankzij de wet kunnen deelnemers tot 10% ineens laten uitkeren wanneer zij met pensioen gaan. Het uitstel geeft de pensioensector meer tijd om zich voor te bereiden, en dat is welkom: de uitvoering kent complexe uitdagingen.

De belangstelling voor een bedrag ineens is groot onder deelnemers. Dat blijkt uit een panelonderzoek van TKP onder 400 deelnemers. In dit onderzoek gaven we de keuze tussen een bedrag van 10% ineens of geen bedrag. 48% van de respondenten zegt gebruik te willen maken van deze optie, ondanks dat het recht op toeslagen in het betreffende jaar vervalt. We zien dit enthousiasme ook terug in onderzoek van andere partijen. Soms wil zelfs meer dan 50% een bedrag ineens, waarbij de omvang van dit bedrag varieert. In deze onderzoeken is overigens nog geen rekening gehouden met het vervallen van de keuze voor AOW-compensatie, of een hoog-laag constructie wanneer deelnemers kiezen voor een eenmalige uitkering.

Hoewel gedrag zich moeilijk laat voorspellen – zeker bij complexe keuzes – verwachten we op basis van deze uitkomsten veel vraag naar de nieuwe mogelijkheid. Om deze vraag goed op te vangen, onderzoeken we ook hoe we deelnemers kunnen begeleiden bij hun keuze.

De wijziging die leidde tot uitstel

Verschil in belasting
Eén van de complexe uitdagingen was aanleiding om de wet uit te stellen. En heeft te maken met de fiscale benadeling die kon ontstaan op het moment dat de deelnemer het bedrag ineens opneemt. Dat moment was het moment van pensioneren, wat vaak gekoppeld is aan het bereiken van de AOW-leeftijd. Met het bereiken van die leeftijd verandert ook het belastingtarief. Waarbij iemand die later in het jaar jarig is in een hoger tarief valt dan iemand die vroeg in het jaar jarig is. Zo zou de geboortemaand de hoogte bepalen van de belasting over het bedrag ineens. Met een verschil dat kan oplopen tot duizenden euro’s.

Oplossing in wetwijziging
Om te voorkomen dat de ene deelnemer veel meer belasting moet betalen dan de ander is de wet gewijzigd. Een deelnemer kan nu het bedrag ineens ook laten uitkeren in de maand februari volgend op het moment waarop hij de AOW-leeftijd heeft bereikt. Dan geldt het gunstiger belastingtarief. De deelnemer kiest dus zelf wanneer hij het bedrag ineens laat uitkeren: op de pensioeningangsdatum of in de maand februari van het jaar volgend op de AOW-datum.

Tijd voor vereenvoudiging
De wijziging is gezien de reden begrijpelijk, maar maakt de uitvoering wel flink complexer (zie de column van Hans Breuker). De Eerste Kamer vroeg hier ook speciaal aandacht voor, en minister Koolmees wil nu onderzoeken of het eenvoudiger kan. Zonder het principe los te laten dat de deelnemer het bedrag kan laten uitkeren op het fiscaal meest gunstige moment. Dit onderzoek vraagt zorgvuldigheid en tijd. Daarom is de invoering van het bedrag ineens uitgesteld tot 1 januari 2023.

Impact op zorgambitie
Ook de gevolgen die opnemen van een bedrag ineens op de korte en lange termijn kan hebben, bieden een uitdaging. Zo is er op korte termijn effect op de inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en op inkomensafhankelijke regelingen, zoals toeslagen en uitkeringen. Deelnemers moeten inzicht hebben in deze gevolgen. Dat dit moet en hoe dit moet, wordt uitgewerkt in lagere wetgeving. Dat geldt ook voor het waarschuwen van deelnemers – door pensioenuitvoerders – voor de gevolgen van opname van het bedrag ineens. En voor waar deelnemers meer informatie hierover kunnen krijgen. Bijvoorbeeld door te verwijzen naar informatie en rekentools van de Belastingdienst, gemeenten, de SVB of het inschakelen van een financieel adviseur.

Op lange termijn zijn er ook gevolgen: als de deelnemer het bedrag ineens gebruikt, verlaagt dit immers de pensioenuitkering. Daarom is het belangrijk dat deelnemers inzicht krijgen in hun beschikbare inkomen na het opnemen van een bedrag ineens, vergeleken met het benodigde inkomen. Deels zal dit via mijn pensioenoverzicht (MPO) zichtbaar worden gemaakt. De wetgever overweegt om de gevolgen van bedrag ineens voor het pensioeninkomen te tonen op mijn pensioenoverzicht (MPO). Daarnaast leent de mijn-omgeving van pensioenuitvoerders zich bij uitstek om effecten van een bedrag ineens inzichtelijk te maken.

Auteurs