Spring naar inhoud

Internetconsultatie Wet toekomst pensioenen is geopend

Op woensdag 16 december opende het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de internetconsultatie voor de Wet toekomst pensioenen. Dat betekent dat iedereen nu kan reageren op de conceptwettekst. Ook wij gaan dat doen. In de Wet toekomst pensioenen krijgt het pensioenakkoord echt gestalte.

Hoewel de internetconsultatie een maand later is dan gepland, houdt het ministerie wel vast aan het voornemen om de Wet toekomst pensioenen op 1 januari 2022 in te laten gaan. Uiterlijk 1 januari 2026 moeten daarna alle pensioenuitvoerders over zijn naar één van de 2 nieuwe pensioencontracten: de verbeterde premieregeling of het nieuwe contract – namen die overigens nog gaan wijzigen.

Wat is een internetconsultatie?

In een internetconsultatie publiceert de wetgever een conceptwettekst en een concepttoelichting daarbij. Het staat iedereen dan vrij om daarop te reageren. In het geval van de Wet toekomst pensioenen kan dit tot uiterlijk 12 februari 2021. De wetgever kan dan op basis van de reacties besluiten om de conceptteksten op onderdelen aan te passen. Dat hoeft hij echter niet te doen. Vervolgens stuurt de wetgever een definitief wetsvoorstel eerst voor advies naar de Raad van State en daarna naar de Tweede Kamer, waarmee het reguliere wetgevingsproces start.

Wat staat er in de Wet toekomst pensioenen?

De memorie van toelichting bij het concept wetsvoorstel bestaat uit 205 pagina’s. Er staat dus een heleboel in en het voert te ver om dat allemaal in dit artikel samen te vatten. Wel zijn er een aantal hoofdthema’s te onderscheiden, namelijk:

  1. Werking nieuwe pensioencontracten (inclusief het fiscale kader)
  2. Overgang naar nieuwe pensioencontracten (met een transitie-ftk)
  3. Invaren (zowel de manier van rekenen als het besluitvormingsproces)
  4. Aanpassingen nabestaandenpensioen

De wetteksten maken een aantal zaken en vraagstukken duidelijker. Bijvoorbeeld de wetgeving die zal gelden tijdens de overgangsperiode van 2022 tot 2026. Pensioenfondsen mogen in die periode gebruik maken van een transitie-ftk (financieel toetsingskader). Zij moeten dan toewerken naar een richtdekkingsgraad die nodig is om evenwichtig in te kunnen varen. Deze richtdekkingsgraad is in principe 95%, maar mag ook hoger worden vastgesteld.

Is alles nu duidelijk?

Nee, er zijn nog veel zaken onduidelijk. Dat komt doordat details pas in lagere regelgeving worden uitgewerkt. Het duurt dus nog even totdat de exacte werking van de wet bekend is – en daarmee de gevolgen ervan voor deelnemers.

Gaat TKP reageren op de internetconsultatie?

Ja, wij dienen ook een reactie in. Onze focus ligt op de uitlegbaarheid en de uitvoerbaarheid van de nieuwe pensioencontracten en de overgangsmaatregelen.

Wat er precies in onze reactie komt te staan, kunnen wij nu nog niet zeggen. Wel zijn er al een aantal elementen die ons opvallen. Soms omdat de verwachting was dat deze elementen verder uitgewerkt zouden zijn. En soms omdat het om elementen gaat die helemaal nieuw zijn – in ieder geval voor ons.

In willekeurige volgorde zijn dat:

Onderwerp

Toelichting

1. Vrijwillige bijspaarregelingen pensioenfondsen

Pensioenfondsen mogen deze regelingen straks alleen uitvoeren wanneer een werkgever 10% van de premie bijdraagt. Nu kan dat ook nog als de werkgever niet minimaal 10% bijdraagt, maar als het spaarsaldo wordt ingekocht in de basisregeling, zoals nu vaak de praktijk is.

2. Invaren gesloten pensioenfondsen of -kringen

Uit de teksten blijkt niet heel duidelijk of dit straks mogelijk is.

3. Vastgestelde uitkering pensioenfondsen

Wanneer een pensioenfonds deze uitkering wil aanbieden in de verbeterde  premieregeling, dan is dit een uitkering die valt onder de regels van het huidige ftk.

4. Werking risicoverzekeringen

Vragen over het nabestaandenpensioen blijven onbeantwoord. Bijvoorbeeld: hoe wordt het nabestaandenpensioen gefinancierd als de betaalde risicopremies hiervoor ontoereikend zijn? Over andere risicoverzekeringen wordt ook niets gemeld.

5. Risicopreferentieonderzoeken

Pensioenuitvoerders worden wettelijk verplicht om elke 5 jaar een risicopreferentieonderzoek onder hun deelnemers uit te voeren.

6. Minimaal vereist eigen vermogen (mvev)

Pensioenfondsen blijven wettelijk verplicht om dit mvev volgens de norm voor DC aan te houden.

7. Transitie-ftk

Als er sprake is van (een voornemen tot) invaren, dan mag een pensioenfonds gebruikmaken van het transitie-ftk.

8. Open norm keuzebegeleiding

Pensioenfondsen mogen deelnemers adviseren over keuzes binnen de pensioenregeling. Nu bestaat vaak de indruk dat dat niet mag. Voorwaarde is wel dat fondsen geen financiële producten aanbevelen.

9. Optionele elementen verbeterde premieregeling

Deze optionele elementen worden alleen beschikbaar voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Een eventuele solidariteitsreserve kan worden gevuld met het gemiddelde rendement van alle individuele pensioenvermogens (max 10%).

Wat gaat er nu gebeuren?

Dit overzicht van opvallende zaken en vraagstukken is nog niet compleet. De komende tijd, in elk geval tot de uiterste indieningsdatum van 12 februari, gaan wij verder in kaart brengen wat ons opvalt. Ook analyseren wij de eventuele gevolgen ervan voor onze dienstverlening. Wij houden u daarvan op de hoogte.