Spring naar inhoud

Het AFM-arrest: Hoge Raad maakt einde aan jarenlange onduidelijkheid

De Hoge Raad deed op 21 april jl. uitspraak in het zogenaamde AFM-arrest. Dit arrest gaat over toeslagen die alleen onvoorwaardelijk zijn zolang deelnemers in dienst zijn (zie ook eerdere column). Bij uitdiensttreding geldt vervolgens een voorwaardelijke toeslag over het opgebouwde pensioen. De vraag die de Hoge Raad kreeg voorgelegd is of een wijziging van deze onvoorwaardelijke naar een voorwaardelijke toeslag óók van toepassing kan zijn op het al opgebouwde pensioen. In juni vorig jaar gaf de advocaat-generaal (AG) de Hoge Raad een advies in deze zaak. De Hoge Raad nam het advies echter niet over. 

De advocaat-generaal (AG) is van mening dat dit niet kan – je kunt de toeslag wel wijzigen in een voorwaardelijke, maar alleen voor de toekomstige opbouw en niet voor het al opgebouwde pensioen. Dat zou in strijd zijn met artikel 20 Pw, het verbod tot aantasting van opgebouwd pensioen (zie figuur links). € 1.000 opgebouwd pensioen moet onvoorwaardelijk geïndexeerd blijven. Voor de € 200 die deelnemers na de wijziging opbouwen, geldt de voorwaardelijke toeslag.

In de meeste gevallen neemt de Hoge Raad de adviezen van de AG over. Dat was nu niet zo. De Hoge Raad is van mening dat uit de wetsgeschiedenis duidelijk blijkt dat voor deze onvoorwaardelijke toeslagen met een voorwaardelijk element, niet de verplichting geldt dat ze volledig gefinancierd moeten zijn, zoals dat voor echte onvoorwaardelijk toegekende pensioenaanspraken wél geldt. En dat artikel 20 Pw bedoeld is om voor pensioen afgezonderd vermogen te beschermen. En als er geen vermogen is afgezonderd – of hoeft te worden afgezonderd – is er ook geen bescherming van artikel 20 Pw nodig. De wijziging naar voorwaardelijkheid mag daarom ook voor het opgebouwde pensioen gelden (zie figuur rechts). En daarmee is aan een jarenlange onduidelijkheid een einde gekomen.

Auteur