Spring naar inhoud
Ouder echtpaar hand in hand wandelend langs het strand bij zonsondergang.
Nieuw pensioenstelsel

Verzamelbesluit pensioenen: wat betekent dit voor u?

Op 2 juni opende de wetgever een consultatie over het verzamelbesluit pensioenen. TKP ondersteunt de voorgestelde verbeteringen. Ze verbeteren de uitvoerbaarheid en zorgen voor stabielere uitkomsten voor pensioendeelnemers. Op een aantal punten vroegen we de wetgever om verduidelijking, zodat pensioenuitvoerders de regels eenduidig kunnen toepassen. In dit artikel leest u een toelichting op wat er verandert en wat dit voor u betekent. 

Het verzamelbesluit heeft tot doel om verschillende knelpunten en onduidelijkheden op te lossen die tijdens de pensioentransitie in de uitvoeringspraktijk naar voren zijn gekomen. Zo biedt het pensioenuitvoerders de ruimte om tijdelijk af te wijken van het strategisch beleggingsbeleid na het invaren. En het biedt duidelijkheid over hoe fondsen met de inzet van de solidariteits- of risicodelingsreserve hun eigen vermogen mogen aanvullen als het eigen vermogen lager is dan het minimum vereist eigen vermogen.

Ook wordt het toetsmoment voor het minimaal vereist eigen vermogen aangepast. Verder beschrijft het besluit technische en redactionele wijzigingen om de uitvoerbaarheid te verduidelijken en verbeteren. Zo wordt de wettelijke overdrachtstermijn bij waardeoverdracht verlengd van 10 naar 15 werkdagen, en vervalt het bedrag onder de navigatiemetafoor in het Pensioenregister. De einddatum van de consultatie was 25 juni 2025 en het verzamelbesluit treedt vóór 1 januari 2026 in werking. U leest hier een toelichting op wat er verandert met deze [5] onderwerpen en wat dit voor u betekent. 

1. Tijdelijk afwijkend beleggings- en toedelingsbeleid na invaren

Wat verandert er?

Na invaren mag u tot maximaal 12 maanden afwijken van het strategisch beleggingsbeleid. Dit kan praktisch zijn als de rentehedge wordt afgebouwd, terwijl veel andere fondsen dit ook doen (dus een slechte prijs). Tijdens dezelfde periode mag u ook van de reguliere toedelingsregels voor het beschermingsrendement afwijken.

Wat betekent dit voor uw fonds?

  • Beslis nu al of u deze uitloop nodig heeft (bijvoorbeeld voor het geleidelijk afbouwen van de rentehedge).
  • Houd er rekening mee dat tijdelijke toedelingsregels niet onder de basispropositie vallen: de parameters worden maar één keer per jaar vastgesteld. Vanuit TKP inventariseren wij binnenkort bij klanten of ze behoefte hebben aan deze mogelijkheid.
  • Bedenk dat tijdelijke toedelingsregels ook effect hebben op communicatie (zo moet u tijdelijke staffels benoemen), reglement, ABTN en URM (er moeten andere staffels worden doorgerekend).

2. Solidariteitsreserve inzetten bij MVEV-tekort

Wat verandert er?

De pensioenuitvoerder mag de solidariteits- of risicodelingsreserve (SR/RDR) voortaan gebruiken om het eigen vermogen aan te vullen tot het Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV) en zo een korting te voorkomen. De MVEV-toets zelf verschuift naar een toets elk jaar op 31 december. Pas bij een tekort op 2 opeenvolgende jaareinden moet de pensioenuitvoerder maatregelen nemen. Als het eigen vermogen wordt aangevuld met een korting van de vermogens – dus niet via de solidariteitsreserve – mag in datzelfde jaar geen (ORTEC-)aanvulling van de uitkeringen plaatsvinden.

Wat betekent dit voor u?

  • Overweeg om altijd eerst de solidariteitsreserve aan te spreken als het eigen vermogen onder het Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV) daalt. Doet u dat niet en moet u persoonlijke pensioenvermogens korten, dan is de solidariteitsreserve (SR) voor de rest van dat jaar niet meer beschikbaar voor ORTEC-aanvullingen.
  • Neem ‘aanvulling tot MVEV’ expliciet op in de SR-doelstelling.
  • (Her)prioriteer de uitdeelregels van de SR: veel fondsen gebruiken een zogenaamde ‘spending-rule’: per jaar wordt maximaal X% van de solidariteitsreserve uitgedeeld (bijvoorbeeld voor de ORTEC-bijdrage). Het kan wenselijk zijn om deze maximering niet voor de MVEV-aanvulling te laten gelden. 
  • Bij het vaststellen van de jaarlijkse aanpassing en de ORTEC-aanvulling voor het komende jaar moet u al rekening houden met de mogelijkheid dat u de SR moet gebruiken voor MVEV-aanvulling en daarmee mogelijk niet de volledige ORTEC-aanvulling kunt uitdelen.

3. Individuele waardeoverdracht: 15 werkdagen

Wat verandert er?

De overdragende uitvoerder krijgt 15 in plaats van 10 werkdagen om de overdrachtswaarde uit te betalen.

Wat betekent dit voor u?

Meer ruimte voor een accurate waardering (het definitieve kapitaal is meestal pas bekend rond de 8e of 9e van de maand).

4. Navigatiemetafoor: opgebouwd bedrag verdwijnt

Wat verandert er?

Het ‘bedrag onderaan de pijl’ (het opgebouwde bedrag) in de navigatiemetafoor op Mijnpensioenoverzicht verdwijnt.

Wat betekent dit voor u?

Voor DC-deelnemers vervalt de verwarrende vergelijking tussen een nominaal opgebouwd bedrag (zonder inflatiecorrectie) en inflatie-gecorrigeerde scenariobedragen.

5. Kostenafslag op het financieel beschermingsrendement per cohort

Wat verandert er? 

Beleggingskosten voor de vastrentende waarden mag u voortaan rechtstreeks van het beschermingsrendement aftrekken, als u dat objectief onderbouwt. Dit voorkomt (ex-ante) herverdeling omdat de kosten voor het beschermingsrendement van het overrendement worden afgetrokken. 

Wat betekent dit voor u? 

Wij bieden deze mogelijkheid al via de parameter ‘afslag financieel beschermingsrendement’. Om ex-ante herverdeling (van jong naar oud) te voorkomen, stelt u deze parameter gelijk aan de (maandelijkse) kosten van het vermogensbeheer en andere zaken (zoals het verschil tussen swap- en obligatierendementen). Uw adviseur kan bepalen wat een adequate waarde voor deze parameter is. 

Goed om te weten: er is sprake van één parameter op fondsniveau voor de afslag. Het beschermingspercentage kunt u wél cohort-afhankelijk instellen. Voor elk cohort wordt daarom [Toedelingspercentage Fin. BR] x [Afslag Fin. BR] van het rendement afgehaald. U kunt geen cohort-specifieke afslagen instellen.

Auteurs