Spring naar inhoud
Nieuw pensioenstelsel

Van kostenpost tot kans op een beter pensioen: de 3 perspectieven op spreiden

Binnen een variabel pensioen kun je als pensioenuitvoerder kiezen voor het spreiden van beleggingsrendementen – maximaal 10 jaar – om ongewenste schokken in de pensioenuitkering te voorkomen. Die spreiding is onderwerp van divers (wetenschappelijk) onderzoek. Rogier Potter van Loon bespreekt 3 verschillende perspectieven.

1. De emotionele winst van spreiding voor deelnemers

In dit onderzoek van Netspar ontdekten we dat spreiden vanuit wetenschappelijk oogpunt een ‘free lunch’ is – hoewel er in de praktijk natuurlijk wel wat uitvoeringskosten aan spreiden zitten. Dat wetenschappers het toch als ‘free’ labelen, is omdat bij een variabel pensioen met spreiding, het mijden van risico’s niét ten koste gaat van het rendement van deelnemers. Dat is anders dan bij een vast pensioen. Deelnemers kiezen hier vaak uit emotionele overwegingen voor, maar dat kost ze wel wat: ze leveren veel rendement in. Uit onderzoek weten we dat voor praktisch alle DC-deelnemers een variabel pensioen beter aansluit bij hun risicohouding. En toch kiest maar 10% ervoor. Een variabel pensioen met spreiding is daarom een goed alternatief voor deze risicomijders. Zeker nu in het nieuwe stelsel ook pensioenfondsen variabele pensioenen gaan aanbieden. Met de mogelijkheid van spreiden, verlaagt u de emotionele drempel voor de nieuwkomers en stimuleert u de keuze voor een goed passend pensioen.

Het onderzoek ‘Matchmaking in pensioenland’ van Marike Knoef, Rogier Potter van Loon en anderen vindt u op netspar.nl.

Uit onderzoek weten we dat voor praktisch alle DC-deelnemers een variabel pensioen beter aansluit bij hun risicohouding. En toch kiest maar 10% ervoor

2. Geheugenloos spreiden is beter uitvoerbaar

In een interessant, maar vrij technisch onderzoek van Netspar vonden we een verrassend inzicht: dat de wet wél ruimte biedt voor geheugenloos spreiden, ook in een collectieve uitkeringsfase binnen de spr. Er zijn 2 manieren van spreiden: dakpansgewijs en geheugenloos. Spreiden gebeurt nu altijd dakpansgewijs, omdat dat – naar de letter van de wet – de enige toegestane manier is. Hiervoor worden de aanpassingen jaar op jaar gestapeld: in 2040 worden bijvoorbeeld de aanpassingen van 2031 tot en met 2040 bij elkaar opgeteld. De administratie hiervan is echter complex. Zo moeten gedurende 10 jaar wijzigingen per deelnemer worden vastgehouden. In een voetnoot in de memorie van toelichting bij de Wtp staat echter expliciet vermeld dat geheugenloos spreiden wél mag. Die geheugenloze methode is veel beter uitvoerbaar, omdat je per jaar en per deelnemer opnieuw beoordeelt wat je kunt aankopen. Daardoor past geheugenloos spreiden ook veel beter bij de ontwikkeling dat we minder collectief en meer op individueel niveau gaan communiceren.

Het onderzoek ‘Geheugenloos spreiden met gelijke aanpassingen’ van Sander Muns vindt u op netspar.nl.

Geheugenloos spreiden past veel beter bij de ontwikkeling dat we minder collectief en meer op individueel niveau gaan communiceren

3. Spreiding zorgt lagere langetermijn risicomaatstaf

Uit het onderzoek dat ik samen met Gosse Alserda (Aegon Asset Management) deed naar risicohouding – we onderzochten 700 varianten van variabel pensioenen – bleek dat spreiding de langetermijn risicomaatstaf helemaal niet verhoogde. De derde maatstaf in de Wtp voor risicohouding is daarmee eigenlijk overbodig. De eerste maatstaf is al bedoeld om het langetermijn risico in de opbouwfase en het éénjaarsrisico in de uitkeringsfase niet te hoog op te laten lopen. De derde maatstaf ligt in het verlengde van de eerste maatstaf en kijkt naar het langetermijn risico in de uitkeringsfase. Deze maatstaf geldt alleen voor uitvoerders die kiezen voor spreiden, vermoedelijk met het idee dat door spreiden de beperking van de eerste maatstaf kan worden omzeild. Spreiden verlaagt namelijk het éénjaarsrisico, maar verhoogt juist het langetermijnrisico. De nieuwe maatstaf levert hier dus helemaal geen beperking op: bij alle 700 door ons onderzochte variabele pensioenen zorgde spreiding juist voor een lagere langetermijn risicomaatstaf.  

Naar aanleiding van dit onderzoek schreven Rogier Potter van Loon en Gosse Alserda een artikel in PensioenPro: ‘Liever open norm voor risicohouding dan drie maatstaven’.

Auteur