Spring naar inhoud

Rechtspraak

Wijzigen onvoorwaardelijke toeslag in voorwaardelijke: dat is nog niet zo simpel. In een andere rechtszaak was vorig jaar al eens hetzelfde door de rechter besloten, het Gerechtshof Den Haag komt nu in een uitspraak van 20 januari tot dezelfde conclusie: een toeslag die onvoorwaardelijk is en die dus niet afhankelijk is van financiële middelen of de dekkingsgraad van een pensioenfonds kan niet zomaar gewijzigd worden. Dat is vooral een gevolg van dwingende bepalingen in de Pensioenwet.

De casus

De werknemer treedt in dienst in 1987 en neemt deel in de (eindloon)pensioenregeling die is verzekerd bij een verzekeraar. Het pensioenreglement bepaalt dat bij beëindiging van de deelneming de opgebouwde pensioenen elk jaar worden verhoogd op basis van de prijsindex met een maximum van 3%, een onvoorwaardelijke indexatie dus. Vanaf 2001 brengt de werkgever de pensioenen onder bij een andere uitvoerder, een pensioenfonds. Het bij de verzekeraar opgebouwde pensioen wordt niet overgedragen. Vanaf 2013 wordt de toeslagbepaling door cao-partijen gewijzigd in een voorwaardelijke indexatie op basis van overrente. De werknemer is het niet eens met deze wijziging en vordert dat zijn bij de verzekeraar opgebouwde en achtergebleven pensioen onvoorwaardelijk wordt geïndexeerd.

De kantonrechter

De kantonrechter wijst de vordering af met het argument dat geen sprake is van beëindiging van de deelneming als bedoeld in het pensioenreglement. De arbeidsovereenkomst van de werknemer is immers niet geëindigd en dat de werkgever de pensioenen vanaf 2001 ergens anders heeft ondergebracht maakt hem nog geen ‘gewezen deelnemer’ met recht op (onvoorwaardelijke) toeslagen. De kantonrechter komt daardoor niet meer toe aan de vraag of de toeslagregeling rechtsgeldig is gewijzigd.

Het Gerechtshof

Het Gerechtshof is het eens met de kantonrechter als het gaat om de vraag of voldaan wordt aan de definitie van ‘gewezen deelnemer’. Volgens het Hof is het pensioenreglement duidelijk – er moet sprake zijn van pensionering of een eerder einde van de arbeidsovereenkomst – en het gaat er niet om dat in het normale spraakgebruik de deelneming bij de verzekeraar is geëindigd.

Maar daarmee is de kous niet af. Het Hof gaat, anders dan de kantonrechter, wél in op de stelling van de werknemer dat zijn onvoorwaardelijke toeslag over het bij de verzekeraar opgebouwde pensioen, niet kan worden gewijzigd in een voorwaardelijke en verwijst daarbij naar artikel 20 van de Pensioenwet. Artikel 20 van de Pw zegt dat opgebouwd pensioen niet kan worden gewijzigd. En een onvoorwaardelijke toeslag, zo blijkt volgens het Hof duidelijk uit de wetsgeschiedenis, is een onderdeel van het opgebouwde pensioen. Zou voor het opgebouwde pensioen dus voortaan niet langer de onvoorwaardelijke, maar een voorwaardelijke toeslag gelden die afhankelijk is van de overrente, dan zou dat strijdig zijn met het dwingende voorschrift van artikel 20.

Het argument dat het handhaven van de onvoorwaardelijke toeslag tot ernstige financiële gevolgen leidt en het onaanvaardbaar is om de regeling te handhaven, vindt het Hof onvoldoende onderbouwd. Kortom: de werknemer wordt in het gelijk gesteld. Dat zou dus anders hebben kunnen uitpakken als wél voldoende aangetoond kon worden dat de financiële gevolgen dermate groot zijn dat handhaven van de onvoorwaardelijke toeslag niet langer aanvaardbaar was. De lat daarvoor ligt echter hoog.

Commentaar: TKP licht toe

Wijzigen van een onvoorwaardelijke toeslagregeling in een voorwaardelijke moet volgens de spelregels van de Pw plaatsvinden. Juist omdat de Pw de onvoorwaardelijke toeslag als een onderdeel ziet van de opgebouwde pensioenaanspraak en juist omdat opgebouwde aanspraken volgens artikel 20 Pw niet aangetast kunnen worden, kan de enige conclusie zijn dat een onvoorwaardelijke toeslag voor wat betreft het opgebouwde pensioen niet gewijzigd kan worden in een voorwaardelijke.

Het betekent echter níet dat een wijziging voor de toekomstige pensioenopbouw niet mogelijk zou zijn. Dat kunnen cao-partijen wel degelijk overeenkomen maar dat kan niet gelden voor het al opgebouwde pensioen. Dat opgebouwde pensioen zal ondanks de cao-afspraak onvoorwaardelijke geïndexeerd moeten blijven worden. Het pensioen dat na de wijziging wordt opgebouwd wordt dan volgens de voorwaardelijke toeslagregeling geïndexeerd. Dit kan het beste geïllustreerd worden aan de hand van onderstaand plaatje. Op de € 1000,- die is opgebouwd op het wijzigingsmoment blijft de onvoorwaardelijke toeslag gelden, voor de opbouw daarna (in het voorbeeld € 200,-) geldt de voorwaardelijke.

Auteur