Spring naar inhoud

Prognosetafel AG2016

Op 13 september 2016 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) de Prognosetafel AG2016 gepubliceerd. Veel pensioenfondsen gebruiken dit model, dat een inschatting maakt van de levensverwachting, om de technische voorzieningen en de premie te berekenen. Maar let op! Het is belangrijk om goed vast te leggen per wanneer u gebruik gaat maken van de nieuwe prognosetafel.

De Prognosetafel AG2016 is een update van AG2014. Net als toen kijkt het model niet alleen naar de sterfteontwikkeling in Nederland, maar ook in andere Europese landen. De Prognosetafel AG2014 werd voor mannen en vrouwen apart bepaald. Bij de prognosetafel van 2016 wordt gebruik gemaakt van correlatie tussen de sterfteontwikkeling van mannen en vrouwen. De levensverwachting van in 2016 geboren meisjes en jongens bedraagt respectievelijk 93,0 en 90,1 jaar. Uit de nieuwe prognose blijkt dat de levensverwachting verder blijft stijgen. 

Wat betekent dat voor de technische voorzieningen en de premie? Dat hangt af van de verhouding tussen het aantal jonge en oude deelnemers, de man-vrouwverhouding en de samenstelling van de pensioenverplichtingen. Daarnaast is de rente waarmee gerekend wordt een belangrijke factor. In algemene zin geldt: hoe hoger de rente, des te kleiner de effecten op de technische voorzieningen en de premie.

Op basis van de rentetermijnstructuur van eind augustus 2016 betekent de aanpassing van de rekenrente voor een gemiddeld fonds een stijging van ongeveer 0,2% van de technische voorzieningen. De impact op de premie is iets groter; deze stijgt ongeveer 0,5%. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de gestegen levensverwachting van (jonge) vrouwen.

Overgang nieuwe prognosetafel

Pensioenfondsen zijn niet verplicht om de prognosetafels van het AG te hanteren. Maar de actuariële grondslagen moeten wel voldoen aan de wettelijke eisen van actualiteit, prudentie en consistentie. Een fonds kan besluiten om een andere prognosetafel te gebruiken, maar moet dan wel voldoende onderbouwen waarom de gehanteerde tafel voldoet voor de eigen deelnemerspopulatie.

Als uw fonds wel gebruikmaakt van de AG prognosetafels is het belangrijk om goed vast te leggen wanneer de overgang naar Prognosetafel AG2016 wordt doorgevoerd. Vanuit het oogpunt van verslaglegging gaan fondsen het liefst over aan het einde van het boekjaar. Echter, wanneer een bestuursbesluit over de overgang is genomen, dan moet dat direct worden doorgevoerd in de technische voorzieningen en (dus ook) de dekkingsgraad. Met andere woorden: een bestuur kan niet in oktober besluiten om per eind december over te gaan naar een nieuwe tafel zonder dat dit direct effect heeft op de technische voorzieningen en dekkingsgraad van oktober.

Afstemming met uw accountant

Sommige accountants zijn van mening dat de nieuwe prognosetafel direct na publicatie moet worden gehanteerd door pensioenfondsen. Ook als niet in de actuariële en bedrijfstechnische nota is vastgelegd dat wordt uitgegaan van de meest actuele versie van de prognosetafels van het AG. De achterliggende gedachte is dat een fonds nieuwe relevante informatie niet mag veronachtzamen van de toezichthouder. Het is daarom raadzaam om hierover in een vroegtijdig stadium afstemming met de accountant te hebben.