
Meer pensioenwelvaart mogelijk dankzij theoretisch beschermingsrendement
Met de komst van het nieuwe pensioenstelsel stonden pensioenfondsen voor een belangrijke keuze: het beschermingsrendement bepalen met de theoretische of praktische methode. De fondsen bij TKP kozen voor de theoretische methode, ook al was deze complexer. Reden hiervoor was het vooruitzicht op een betere verhouding tussen rendement en risico. Uit eigen onderzoek blijkt nu dat deze methode inderdaad grote voordelen biedt. Zo kunnen deelnemers rekenen op een pensioenwelvaart die tot wel 21% hoger ligt dan bij een praktische aanpak.
Wat is pensioenwelvaart?
Pensioenwelvaart houdt in: hoeveel pensioen deelnemers naar verwachting kunnen krijgen, gecorrigeerd voor het risico dat dit pensioen lager uitvalt. Hoe hoger het risico, hoe lager de pensioenwelvaart. De theoretische methode blijkt hierin duidelijk gunstiger. Deelnemers profiteren van een hoger verwacht pensioen, terwijl de risico’s van hun uiteindelijke pensioenuitkering naar verhouding niet hoger zijn.
+4% door meer overrendement voor jongeren
+12% door rente-afdekking voor jongeren
+5% door betere diversificatie in een integrale portefeuille
Hoe is deze pensioenwelvaart berekend?
De 21% extra pensioenwelvaart is de optelsom van de volgende cijfers:
+4% door meer overrendement voor jongeren
Bij de theoretische methode kan de zogenaamde leenrestrictie voor jongeren worden opgeheven. Hierdoor profiteren zij meer van aandelenrendementen. Die liggen op lange termijn gemiddeld hoger dan bij bijvoorbeeld obligaties. Hoewel dit betekent dat jongeren tijdelijk meer risico nemen, is dit op lange termijn juist in hun voordeel. Omdat ze nog tientallen jaren pensioenpremies inleggen, is het uiteindelijke risico beperkt en kunnen ze over het algemeen rekenen op een hoger pensioen.
+12% door rente-afdekking voor jongeren
De grootste verrassing uit ons onderzoek: het voordeel van 12% door het opheffen van de leenrestrictie voor het beschermingsrendement. Deze rente-afdekking pakt vooral voor jongeren positief uit. Het vermindert het risico op een lager pensioen (het verkleint de kans op tegenvallers bij rentebewegingen). En tegelijk levert het gemiddeld méér rendement op. Dit klinkt paradoxaal, maar langlopende obligaties en swaps leveren op lange termijn gemiddeld een aantrekkelijke risicopremie op. Zo profiteren jongeren met rente-afdekking dus van 2 voordelen tegelijk: hun verwachte pensioen stijgt én hun risico neemt af. Vandaar dit opvallend grote positieve effect op de pensioenwelvaart.
+5% door betere diversificatie in een integrale portefeuille
De theoretische methode gebruikt een integrale portefeuille waarin de beschermings- en rendementsbeleggingen samen worden beheerd. Dit biedt diversificatievoordeel dat een aanpak met gescheiden portefeuilles niet biedt. Door de combinatie van verschillende beleggingen, dalen de risico’s zonder negatieve invloed op het verwachte rendement. Zo ontstaat een robuust beleggingsbeleid dat goed bestand is tegen markschommelingen. En dat op lange termijn een betere risico-rendementsverhouding oplevert.
Geen extra welvaart door inflatiebescherming
Nog een opvallend resultaat uit ons onderzoek: expliciete inflatiebescherming levert géén aantoonbare extra pensioenwelvaart op. Zelfs als we kijken naar de reële (voor inflatie gecorrigeerde) uitkering blijkt inflatie-afdekking op de lange termijn gemiddeld neutraal. Deelnemers worden er, vanuit welvaartsperspectief, dus niet beter van.
Een aantoonbaar goede keuze
Deze uitkomsten bevestigen de strategische keuzes die we met onze klanten hebben gemaakt. De theoretische methode is duidelijk complexer in uitvoering. Maar onze resultaten tonen aan dat deelnemers hier ruimschoots voor worden beloond. We zijn blij verrast dat de voordelen zelfs groter zijn dan verwacht. De betere verhouding tussen rendement en risico bewijst dat het opnemen van deze aanpak in onze basispropositie alle moeite en extra complexiteit meer dan waard is geweest.
Meer weten?
Lees het uitgebreide artikel in het vba Journaal voorjaar 2025 (pagina 30-38).