Spring naar inhoud

Highlights uit de jaarverslagen van grote pensioenspelers

Wat mag u echt niet missen uit de jaarverslagen van 3 belangrijke spelers in de pensioensector? We analyseerden de jaarverslagen van de Ombudsman Pensioenen, De Nederlandse Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en zetten voor u op een rij wat daarin in het oog springt.

1. Ombudsman Pensioenen

De belangrijkste taak van de Ombudsman Pensioenen is bemiddelen bij klachten. Daarnaast geeft dit instituut suggesties voor verbeteringen in de uitvoering van pensioen, die ze – onder meer via het jaarverslag – deelt met de pensioenbranche, beleidsmakers en toezichthouders.

Omgang met klachten
De ombudsman heeft slechts 16% van de binnengekomen verzoeken van deelnemers daadwerkelijk in behandeling kunnen nemen. De interne klachtenprocedure van een pensioenuitvoerder moet namelijk eerst doorlopen zijn. In veel gevallen herkennen pensioenuitvoerders een vraag of uiting echter niet als een klacht, waardoor de procedure niet wordt opgestart. Een andere reden is dat de klachtenprocedure niet goed te vinden is. Belangrijk is dus dat pensioenuitvoerders de klachtenprocedure goed vindbaar maken en alerter zijn op mogelijke klachten.

Aanvragen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
De ombudsman beveelt pensioenfondsen aan beleid te maken over een redelijke omgang met deelnemers die niet tijdig vragen om premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Ook adviseert hij dat beleid goed uit te leggen op de website.

Tegenwoordig weten pensioenuitvoerders wanneer iemand een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt. Het UWV verstrekt deze gegevens namelijk aan de pensioenuitvoerders. Deelnemers hoeven de premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid daarom niet meer bij de pensioenuitvoerder aan te vragen. Voorheen verstrekte het UWV die informatie niet. Mensen moesten zelf – meestal binnen een bepaalde termijn – premievrijstelling aanvragen wanneer zij arbeidsongeschikt werden.

Pensioenuitvoerders gaan daardoor nog steeds verschillend om met aanvragen buiten de toen geldende termijn. Dat heeft soms als gevolg dat arbeidsongeschikten meerdere jaren pensioenopbouw missen.

De ombudsman geeft aan in het voorjaar van 2021 te onderzoeken of pensioenuitvoerders gehoor hebben gegeven aan de oproep. En of ze dan op hun website uitleggen hoe ze omgaan met premievrijstelling waar te laat om is gevraagd.

2. De Nederlandsche Bank (DNB)

Lage rente en gevolgen voor pensioenfondsen
DNB verwacht dat de rente in het eurogebied nog langere tijd historisch laag blijft. De oorzaken zijn de toegenomen behoefte om te sparen, de lagere groei van de mondiale economie en het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Ons huidige pensioenstelstel blijkt kwetsbaar voor de stijgende levensverwachting en de dalende rente. In 2019 haalden pensioenfondsen vaak goede rendementen, waardoor de dekkingsgraden enigszins zijn gestabiliseerd. Dat leverde echter nog geen zichtbaar herstel.

Pensioenakkoord
In het pensioenakkoord staan afspraken over de afschaffing van de doorsneesystematiek. DNB stelt dat die afschaffing ervoor gaat zorgen dat het pensioenstelsel beter past bij de nieuwe arbeidsmarkt. Door de toegenomen flexibilisering hebben steeds meer werknemers een onderbreking van hun pensioenopbouw. De doorsneesystematiek in het huidige stelsel brengt met zich mee dat een jonge generatie de oudere subsidieert – dat maakt het stelsel vatbaar voor kritiek.

DNB wil verder dat de dekking van het pensioenstelstel wordt uitgebreid, zodat de zogenoemde ‘witte vlek’ tot het verleden behoort. Wanneer betrokken partijen bij de uitwerking van het pensioenakkoord meer oog hebben voor de wijze waarop renteschommelingen aan deelnemers worden toebedeeld, kunnen pensioenuitkeringen minder rentegevoelig worden gemaakt. De lage rente zorgt nu voor lage dekkingsgraden, waardoor fondsen minder middelen in kas hebben om overgangseffecten te verzachten. Tot slot wijst DNB op het belang van een snelle concrete uitwerking van het pensioenakkoord.

Toezicht pensioenfondsen
De daling van het aantal pensioenfondsen zet gestaag door: van ruim 1.000 in

1998 naar ongeveer 220 nu. DNB voerde in 2019 gesprekken met pensioenuitvoerders, koepelorganisaties en adviseurs over de dilemma’s die de consolidatie bij de verschillende partijen oproept. Zij ervaren belemmeringen op het gebied van governance, de financiële opzet van het fonds bij de keuze voor liquidatie en interne en externe liquidatieprocessen.

3. Autoriteit Financiële Markten

Pensioentoezicht
De AFM noemt 3 belangrijke activiteiten op het gebied van pensioentoezicht in 2019. Ze onderzocht ten eerste de informatieverstrekking van pensioenfondsen die verplicht moesten korten, en of deze correct, duidelijk, tijdig en evenwichtig was. Dat deed de AFM door de communicatiestrategie van pensioenfondsen te analyseren en door de concept- en verstuurde brieven op te vragen. De AFM pleitte opnieuw voor begrijpelijk taalgebruik en eerlijke en evenwichtige uitleg over kortingen.

Ten tweede onderzocht de AFM of voldaan werd aan de informatie- en communicatievoorschriften uit de Wet verbeterde premieregeling. Waar nodig trad zij handhavend op. In navolging van een onderzoek uit 2018, startte de AFM in 2019 een vervolgonderzoek naar pensioenregelingen met een variabele uitkering, onder meer bij PPI’s.

En ten derde onderzocht de AFM inconsistenties in pensioenaanspraken die aan deelnemers verstrekt zijn. Van 2 pensioenfondsen vroeg ze bij een selectie van deelnemers de communicatie over pensioenafspraken op. Dit onderzoek leverde relevante inzichten op. In de loop van 2020 besluit de AFM hoe zij dit onderzoek voortzet.

Pensioenakkoord
De AFM maakte zich op het gebied van het pensioenakkoord hard voor goede informatie, effectieve keuzebegeleiding en passende producten voor deelnemers, zodat hun financiële positie na pensionering conform verwachting is. Dit betekent dat de AFM niet alleen kijkt naar informatieverstrekking, maar ook naar de werking van pensioenproducten voor individuele deelnemers.

Auteur