De pensioenpot­administratie: zo pakken we dat aan

Onder de Wtp krijgt iedereen een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie – de solidaire of de flexibele premieregeling (spr of fpr). Deze nieuwe premieregelingen vragen om een andere koppeling tussen de pensioenadministratie en het vermogensbeheer. En die koppeling is cruciaal voor de berekening en toedeling van rendement en voor de stand van de individuele pensioenvermogens. Omdat het zo cruciaal is voor de berekening en toedeling, vragen de informatie- en communicatiestromen erover extra aandacht. Daarin spelen pensioenuitvoerders en hun adviseurs, vermogensbeheerders én wij als pensioenuitvoeringsorganisatie (puo) een rol.

Voor de koppeling tussen het vermogensbeheer en de pensioenadministratie en het verloop van de informatiestromen werkten we 5 varianten uit. Deze varianten legden we voor aan onze klanten om te bepalen wat het beste past. 

Onze klanten kiezen vooral voor de solidaire premieregeling met de theoretische methode voor de berekening van verschillende rendementen. Dat werkt zo:

• pensioenuitvoerders leveren de samenstelling van de leeftijdscohorten én de verdeelregels voor de beschermings- (en over-) rendementen naar de cohorten op basis van de gekozen risicohouding;
• vermogensbeheerders leveren maandelijks het totaalrendement;
• als puo berekenen wij maandelijks op basis van het behaalde resultaat en de DNB-rentetermijnstructuur (RTS) de beschermings- (en over-) rendementen, we delen deze toe over de leeftijdscohorten met de verdeelregels van de pensioenuitvoerders en werken zo de stand van de individuele pensioenvermogens bij, inclusief events en premies. 

Het informatiemodel dat bij deze variant hoort, is relatief eenvoudig en gaat vooral over de periodieke uitwisseling van rendementen en standen van de vermogens. We focussen nu op dit informatiemodel. Want hoewel de Wtp de optie open laat, kiest nog geen van onze klanten voor de solidaire premieregeling met de praktische methode – en lijkt een ander informatiemodel dus ook niet nodig. 

Voor de flexibele premieregeling gebruiken we een toedeling van feitelijk rendement op basis van funds. Als puo geven wij de koop- en verkooporders per fonds door. Het is ook mogelijk te kiezen voor toedeling van feitelijk rendement op basis van depot. In dat geval zorgt de vermogensbeheerder voor de allocatie naar fondsen. Het informatiemodel dat hoort bij deze beide varianten – funds of depot – is complexer, maar geeft wel een preciezere aansluiting van de units in een individueel pensioenkapitaal op de exacte waardeverandering daarvan. De optelsom van leeftijdscohort, status en risicoprofiel geeft de kapitaalstanden. Die kapitaalstanden delen wij met de vermogensbeheerders en de pensioenuitvoerders. Daarmee kunnen zij vervolgens het afgesproken beleggingsbeleid uitvoeren.

We zijn inmiddels met een aantal vermogensbeheerders in gesprek over deze manier van informatie-uitwisseling. We willen dat graag verbreden naar álle vermogensbeheerders die zijn verbonden aan onze klanten. Ons idee is om van de voorkeursvariant de standaard te maken. Op basis daarvan stellen we vervolgens praktische eisen aan de informatie-uitwisseling over de koppeling tussen het vermogensbeheer en de pensioenadministratie.