Spring naar inhoud

Column: Pensioenpuzzels

Ik ga al een tijdje mee in dit vakgebied en toch zijn er altijd weer vragen die ik niet eerder heb gehad. Dat is natuurlijk ook het boeiende aan pensioenen. Ietwat overdreven kun je zeggen dat je mij na 35 jaar nog steeds wakker kunt maken voor deze ‘pensioenpuzzels’. Graag schets ik een paar van die puzzels die wij de afgelopen maand voorgelegd kregen.
  1. Iemand gaat binnenkort met pensioen en vult op het formulier in, dat hij alleenstaand is en dus geen partner heeft. Dat betekent dat het partnerpensioen wordt omgezet in een hoger ouderdomspensioen. Kort na pensionering  overlijdt de persoon en er meldt zich een partner die voldoet aan de voorwaarden voor partnerpensioen bij ongehuwd samenwonen. Wel of geen partnerpensioen en hoever gaat in dit verband de ‘zorgplicht’ van de pensioenuitvoerder? Kan die wel klakkeloos afgaan op het formulier en het kruisje in het blokje ‘alleenstaand’?
     
  2. De deelnemer heeft hartstochtelijk geprobeerd het geluk in de liefde te vinden, en dat lukte, zij het pas in het derde huwelijk. Hij heeft dus twee ex-echtgenoten, met allebei een aanspraak op ‘bijzonder partnerpensioen’. Omdat de eerste niets meer met hem te maken wil hebben, doet zij daarvan afstand. De man overlijdt en zowel de huidige als de tweede (ex-)echtgenote claimen dat zij recht hebben op dit bedrag aan ‘bijzonder partnerpensioen’. Wie mag het hebben?
     
  3. Een coronagerelateerde vraag: artikel 28 Pw zegt dat het pensioenfonds het Verantwoordingsorgaan én de Ondernemingsraad moet informeren als er een premieachterstand is van 5% van de te ontvangen jaarpremies, en er tegelijkertijd een, wat ik voor het gemak maar even ‘dekkingstekort’ noem (dekkingsgraad onder MVEV). Moet het bedrijfstakpensioenfonds het VO en elke OR informeren van de onderneming met een premieachterstand van 5% bij een dekkingstekort? Of geldt dit pas als de totale achterstand van het totaal aan premies van alle werkgevers 5% is? En moeten dan alle ondernemingsraden worden geïnformeerd of alleen die van de ondernemingen die een achterstand hebben?
     
  4. Een ongehuwd samenwonende komt in aanmerking voor partnerpensioen als hij of zij ten minste 6 maanden aantoonbaar heeft samengewoond. Bij overlijden blijkt dat de partner die zich meldt, 3 maanden op hetzelfde adres staat ingeschreven. Zij hadden hun huwelijk echter al wel gepland (en waren in ondertrouw gegaan), maar helaas mocht het niet zo zijn. Wat is het advies: strikt de voorwaarden volgen of coulant zijn en de hardheidsclausule toepassen?

U zult denk ik wel begrijpen dat mijn collega-pensioenjuristen en ik over deze verschillende casus best een tijdje hebben zitten bomen. Niet zoals gebruikelijk face-to-face en ‘over de bureaus heen’, maar in Teams, Slack, Skype en via de mail. De techniek liet ons daarbij af en toe in de steek. We praatten soms door elkaar en we zwegen soms door elkaar omdat iedereen onbedoeld op mute stond. Maar we zijn eruit gekomen.

Thema:

Auteur