Spring naar inhoud

Column: Logica

Tweede Kamerlid Omtzigt wil dat pensioenfondsen gehouden kunnen worden aan de informatie die ze verstrekken over de hoogte van pensioenbedragen. Dat zou wettelijk geregeld moeten worden. ‘Logisch toch?’, hoor ik u denken. Een motie met die strekking werd dan ook breed gesteund in de Kamer. Het terugvorderen van te veel uitbetaald pensioen zou niet moeten mogen volgens de motie.

Hoe logisch dit in eerste instantie misschien ook klinkt, er is best veel tegenin te brengen. In willekeurige volgorde:

  • De rechtspraak is helder. Terugvorderen kan slechts in twee situaties:  1. als iemand weet dat het bedrag niet kan kloppen, en 2. als de fout is ontstaan door betrokkene zelf, bijvoorbeeld omdat hij onjuiste informatie heeft gegeven of – nog erger – fraude heeft gepleegd.
  • Niet terugvorderen terwijl de deelnemer wel weet dat hij ten onrechte te veel krijgt, of terwijl de deelnemer verwijtbaar heeft gehandeld, is in strijd met elk rechtsgevoel en met het artikel uit ons BW dat bepaalt dat ‘degene die een ander zonder rechtsgrond een geldsom heeft gegeven, gerechtigd is dit terug te vorderen’. Dat heet onverschuldigde betaling.
  • Als er niet wordt teruggevorderd dan gaat dat ten koste van het collectief, ten koste dus van de andere deelnemers, die er part noch deel aan hebben. Het moet immers wel betaald worden.
  • Veel – misschien wel de meeste – fouten ontstaan door aanlevering van verkeerde gegevens door derden.
  • Het uitvoeren en administreren van het product ‘pensioen’ is niet simpel. Ik kan zo 1-2-3 niet bedenken welk product complexer is om te administreren. Dat is niet omdat we het te ingewikkeld gemaakt hebben, maar simpelweg een gevolg van (1) de langdurige periode (40 jaar) waarin het pensioen wordt opgebouwd met alle gebeurtenissen die zich in het leven voor kunnen doen die van invloed zijn op de hoogte ervan (zoals wisseling van werkgever, waardeoverdracht, trouwen, scheiden, parttime gaan werken, kinderen krijgen, overlijden en pensioneren met diverse keuze- en uitruilmogelijkheden),  van (2) de al genoemde afhankelijkheden van informatie van derden en van (3) in de tijd – jaarlijks – wisselende factoren, parameters en grondslagen.
  • De motie gaat volledig voorbij aan de juridische werkelijkheid. De pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer bepaalt waar je recht op hebt. De pensioenuitvoerder doet niets anders dan dit uitvoeren en administreren. Het kan dus nooit zo zijn dat door een uiting van de pensioenuitvoerder die onjuist is, je andere rechten krijgt dan je met de werkgever bent overeengekomen. Niet minder, maar ook niet meer. Ook al is de perceptie van de minder ingewijde misschien anders, we moeten het wel zuiver houden.

Dus laat dit onderwerp bij de rechtspraak blijven waardoor er alle ruimte is voor nuancering en afweging van belangen, redelijkheid en billijkheid. Klinkt niet onlogisch vind ik.

Thema:

Auteur