Spring naar inhoud

Column: Korten als ultimum remedium

Een pensioenfonds met een tekort kan dat tekort opheffen door - hoe vreemd dat ook klinkt - te korten. U kent uiteraard de regels van de Pensioenwet: vijf jaar lang een beleidsdekkingsgraad onder het minimaal vereist eigen vermogen, betekent het doorvoeren van een zodanige verlaging van de pensioenen dat dit niveau weer bereikt wordt. Dit is de 'MVEV-korting'.

Omdat ik weet dat er grenzen zijn aan wat je wel en niet kunt vragen heb ik – geheel tegen de gewoonte in – deze column niet in de huiselijke sfeer op leesbaarheid en begrijpelijkheid getoetst. Wat nu volgt is dus alleen bedoeld voor u, de door de wol geverfde pensioenvrouw of -man.

Want zo simpel als ik het hierboven stel, zo eenvoudig is het niet. Het gaat om zes opeenvolgende meetmomenten. Nog meer precies: om zes jaarlijkse momenten waarop de beleidsdekkingsgraad wordt vastgesteld en wordt gerapporteerd aan de toezichthouder. Nog veel meer precies: het eerste meetmoment is het moment waarop de beleidsdekkingsgraad per het einde van een kalenderkwartaal is komen te liggen onder het vereist eigen vermogen (u leest het goed: het vereist – en niet het minimaal vereist – eigen vermogen), tenzij het fonds ervoor kiest om de beleidsdekkingsgraad jaarlijks per het einde van het vierde kwartaal vast te stellen. Dan is dat het meetmoment. En als er na dat eerste meetmoment nog vijf opeenvolgende momenten zijn met een beleidsdekkingsgraad onder MVEV, dan moet er binnen zes maanden gekort worden. Althans als de dekkingsgraad – niet de beleidsdekkingsgraad – op dat laatste meetmoment ook onder MVEV-niveau ligt.

De MVEV-korting is onvoorwaardelijk en kan direct en in z’n geheel ingeboekt worden, maar mag wel gespreid doorgevoerd worden over een periode van maximaal tien jaar. Dat moet dan wel volgens het ‘gesloten’ systeem en kan ertoe leiden dat in eenzelfde kalenderjaar er zowel gekort wordt als toeslag wordt verleend.

Naast de MVEV-korting is er nog de VEV-korting. Die moet worden toegepast als het fonds niet meer binnen tien jaar een beleidsdekkingsgraad kan halen op het niveau van het vereist eigen vermogen. Deze korting is – op de eerste na – voorwaardelijk en de tienjaarstermijn is ‘doorrollend’ en daarom eeuwigdurend. Een combinatie van een MVEV- en een VEV-korting is mogelijk.

Je zou bijna denken dat de wetgever bij het opstellen van deze regels gedacht heeft dat ze in de praktijk waarschijnlijk toch nooit toegepast hoeven te worden. Vooralsnog gebeurt dat ook niet; er wordt in de woorden van minister Koolmees: ‘pas op de plaats gemaakt en rust gecreëerd in de sector, zodat de uitwerking van het pensioenakkoord voortvarend ter hand genomen kan worden’*. In het nieuwe stelsel korten we niet meer, althans niet meer op deze manier en niet meer aan de hand van deze regels.

U en ik behoren daarmee in de toekomst tot het selecte gezelschap die dit enigszins doorgrondden.


*Minister Koolmees heeft aangegeven dat alleen fondsen met een dekkingsgraad onder 90% moeten korten en ook dat er alleen gekort hoeft te worden tót 90%.

Thema:

Auteur