Spring naar inhoud

Column: Het kind van de rekening

Het zal niet het eerste zijn waar u aan denkt als het over pensioen gaat, maar het wezenpensioen is een wezenlijk onderdeel van bijna elke pensioenregeling. Inderdaad: een beetje een ondergeschoven kindje. Het komt tot uitkering bij overlijden van de werknemer en wordt aan het kind (of diens wettelijk vertegenwoordiger zoals dat heet) uitbetaald.

Het wezenpensioen kent verschillende varianten. Soms wordt het uitgekeerd tot 18 jaar, soms tot 21 en soms bestaat er recht tot 27 jaar als de wees studeert. Dan is er nog de variant waarbij het pensioen verdubbeld wordt als het kind ook de andere ouder nog verliest en van halfwees, ‘volle’ wees wordt. En soms geldt er een maximum bedrag dat tot uitkering kan komen, bijvoorbeeld voor 5 kinderen.

Nogal wat smaken dus en al zult u ook dat waarschijnlijk niet meteen verwachten, ook bij deze pensioensoort komen geregeld pensioen juridische vraagstukken om de hoek kijken. Een paar voorbeelden, waarbij het overbodig is te zeggen dat het juridificeren van het vraagstuk soms nogal zakelijk kan overkomen.

Niet zelden komt de vraag op of recht bestaat voor de studerende wees. Daarvoor geldt dan bijvoorbeeld dat ‘de voor werkzaamheden beschikbare tijd grotendeels in beslag wordt genomen door het volgen van onderwijs’. Iemand volgt 3 dagen in de week een particuliere opleiding, of doet een BBL-opleiding bij een Leerbedrijf, 3 dagen werken en 2 naar school. Wel of geen recht?

Of het pensioenreglement bepaalt dat ook stief- en pleegkinderen die worden opgevoed en onderhouden als eigen kinderen, in aanmerking komen. Een pleegkind dat op kamers woont met studiefinanciering, wel of geen recht?

En deze, ook aan de praktijk ontleend. De werknemer overlijdt en laat zes kinderen na, die alle voldoen aan de in het pensioenreglement opgenomen definitie van ‘kind’. Het bedrag aan wezenpensioen is gemaximeerd tot 5 kinderen. Twee meerderjarige kinderen stoppen met studeren en komen niet langer in aanmerking. Betekent dit dat het bedrag aan wezenpensioen per kind, nu verhoogd wordt?

En last but not least; de deelnemer (man) overlijdt. De vrouw met wie hij getrouwd was bevalt anderhalf jaar later van een dochter (kunstmatige inseminatie): heeft het kind direct vanaf de geboorte recht op wezenpensioen?

Een rijke casuïstiek dus, waarbij het soms best lastig is om te bepalen of wel of geen recht bestaat. Onderdeel van het pensioenakkoord is een uniformering en vereenvoudiging van het wezenpensioen. In het nieuwe stelsel eindigt het wezenpensioen altijd bij 25 jaar ongeacht of iemand wel of niet studeert. Een stuk eenvoudiger en minder pensioen juridisch gepuzzel.

Minder juridisch gepuzzel, zodat niemand het kind van de rekening wordt. Dat lijkt me pure winst.

Auteur