Spring naar inhoud

Column: Een kwestie van woorden….

Af en toe heb je van die discussies in ons vakgebied die je niet zo snel in je kennissenkring zult delen. Waar je, zeg maar niet direct de handen voor op elkaar krijgt op een verjaardagsfeestje. Daarom heb ik getwijfeld of ik deze column aan het spreekwoordelijke papier zou toevertrouwen. Toch maar gedaan, zij het met enige gêne.

Ik bedoel juridische fijn slijperij over één woordje in de wettekst, of juist het ontbreken van dat ene woordje, waarbij dat een wereld van verschil maakt. Het bekendste voorbeeld volgens mij is het gebruik van het woordje ‘in’ of ‘na’ in combinatie met het woord ‘overleg’. Wetteksten waarin gesproken wordt over ‘in overleg’ betekenen iets heel anders dan wetteksten met de woorden ‘na overleg’. ‘In overleg’ betekent dat je het met elkaar eens moet worden, ‘na overleg’ dat je - desnoods voor de vorm - slechts overleg hoeft te voeren en daarna je eigen besluit kunt nemen. Twee voorbeelden uit de pensioenwetgeving; artikel 102a van de Pw en artikel 1a van het Besluit ftk.

Artikel 102a. Doelstellingen en uitgangspunten
Het bestuur van een pensioenfonds draagt in overleg met de overige organen van het pensioenfonds zorg voor de vastlegging van de doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding, van het pensioenfonds […..]

Artikel 1a. Risicohouding
De risicohouding van een fonds, bedoeld in artikel 102a van de Pensioenwet dan wel artikel 109a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, is de mate waarin een fonds, na overleg met de vertegenwoordigers van werkgevers of werkgeversverenigingen, werknemers of werknemersverenigingen of beroepspensioenverenigingen en na overleg met de organen van het fonds, bereid is beleggingsrisico’s te lopen om de doelstellingen van het fonds te realiseren en de mate waarin het fonds beleggingsrisico’s kan lopen gegeven de kenmerken van het fonds.

De oplettende lezer heeft meteen gezien dat hier over hetzelfde onderwerp (het vaststellen van de risicohouding) in de ene wettekst gezegd wordt dat er overeenstemming met de fondsorganen moet zijn, terwijl in de andere alleen overleg met hen gevoerd hoeft te worden. Bijzonder natuurlijk, maar artikel 102a is via een amendement in de wet gekomen en het lijkt erop dat per ongeluk het woordje ‘in’ gebruikt is, terwijl ‘na’ is bedoeld. Een slip of the pen van de indiener dus, maar dat terzijde.

Waar wij op onze afdeling onlangs die pittige discussie over hadden gaat over een artikel in de tekst van het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen. Artikel 16 om precies te zijn. Leest u de tekst op uw gemak en desnoods daarna nog een keer.

Artikel 16. Nadere eisen nabestaandenpensioen

1. Indien een pensioenovereenkomst voorziet in een nabestaandenpensioen wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. een nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum betreft een nabestaandenpensioen op risicobasis en de hoogte is diensttijdonafhankelijk;
b. een nabestaandenpensioen bij overlijden op of na pensioendatum betreft een nabestaandenpensioen op opbouwbasis;
c. indien sprake is van een partnerpensioen, voorziet de pensioenovereenkomst voor alle partnerrelaties in partnerpensioen en wordt geen onderscheid gemaakt al naar gelang het type partnerrelatie; en
d. indien sprake is van een wezenpensioen wordt in de pensioenovereenkomst bepaald dat het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het kind 25 jaar wordt.

De vraag die onze gemoederen bezig hield was of je gezien deze wettekst nu wel of niet verplicht bent om rechttoe-rechtaan zowel een overlijdensdekking vóór als ná de pensioendatum te verzekeren. Of dat je ook kunt kiezen voor alleen een dekking bij overlijden voor de pensioendatum en dat je óp de pensioendatum de keuze geeft om ook een dekking daarna te hebben. Door uitruilen van OP voor PP. Een niet onbelangrijk verschil.

Een argument voor het eerste (rechttoe-rechtaan) zou het  woordje ‘en’ in de tekst kunnen zijn. Er zijn richtlijnen voor de wetgeving (‘Aanwijzingen voor de regelgeving’) waarin regels staan over hoe je een wettekst schrijft en wat het gebruik van bepaalde woorden dan betekent. In aanwijzing 3.60 staat:

Aanwijzing 3.60. Karakter opsomming

  • Indien dit voor de duidelijkheid nodig is, wordt door gebruik van het woord ‘of’ dan wel ‘en’ aan het slot van het voorlaatste onderdeel van een opsomming het alternatieve, onderscheidenlijk cumulatieve karakter van de opsomming tot uitdrukking gebracht.

‘En’ duidt dus op een cumulatief karakter (Van Dale: opstapelend, gesommeerd, samenvoegend) en dat zou betekenen dat je beide dekkingen moet bieden. Het staat immers aan het slot van het voorlaatste onderdeel van de opsomming, bij 16.1 letter c.

Niet alleen wij, ook de Kamerleden vonden de tekst niet duidelijk en stelden er vragen over. Met name over dat woordje ‘en’. Onlangs kwam het antwoord. De minister erkent dat er makkelijk verwarring kan ontstaan. Zij antwoordt:

'De betreffende leden geven aan dat er verwarring hierover is ontstaan door het gebruik van het woord ‘en’ achter het voorgestelde artikel 16, eerste lid, onderdeel c van het wetsvoorstel toekomst pensioenen. De regering verduidelijkt met dit antwoord dat het voorgestelde artikel 16 van de Pensioenwet ziet op de vormgeving van het nabestaandenpensioen en niet op de toezegging van het nabestaandenpensioen. Het is derhalve niet noodzakelijk dat een pensioenovereenkomst ook voorziet in een partnerpensioen op kapitaalbasis ter dekking van het risico op overlijden na pensioendatum wanneer er een partnerpensioen op risicobasis ter dekking van het risico op overlijden voor pensioendatum wordt aangeboden.'

Artikel 16 ziet dus enkel op de vormgeving en niet op de toezegging. Beetje cryptisch vond ik, maar in de daaropvolgende zin staat dus dat sociale partners mogen kiezen.

Het woordje ‘en’ heeft hier dus geen dieperliggende betekenis. Het is een simpel voegwoordje, je moet het niet te groot maken en er niet teveel belang aan toekennen.

Hoe dan ook; we weten nu hoe het zit. Maar ik hoor u bijna zuchten: Wat een vak..;)

Thema:

Auteur