
AOW-leeftijd stijgt minder snel, TKP is voorbereid
Eerst pas op de plaats, daarna langzamer stijgen
De wet is relatief snel aangenomen. Dat komt deels door de verbeterde financieel-economische situatie in Nederland. Een andere reden was de constatering van het kabinet dat veel mensen zich overvallen voelden door de snelle stijging van de AOW-leeftijd en moeite hebben deze leeftijd werkend en gezond te behalen.
Met de nieuwe wet maakt het kabinet daarom nu eerst pas op de plaats. De huidige AOW-leeftijd van 66 jaar en 4 maanden geldt ook nog in 2020 en 2021. Pas daarna zal de AOW-leeftijd gaan stijgen (zie tabel voor de exacte stijging). Vanaf 2025 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Jaarlijks stelt de regering via een algemene maatregel van bestuur de AOW-leeftijd over 5 jaar vast. Dat betekent dat de AOW-leeftijd voor 2025 op 1 januari 2020 bekend is.
Jaar |
Huidige AOW-leeftijd |
Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd |
2019 |
66 jaar en 4 maanden |
66 jaar en 4 maanden |
2020 |
66 jaar en 8 maanden |
66 jaar en 4 maanden |
2021 |
67 jaar |
66 jaar en 4 maanden |
2022 |
67 jaar en 3 maanden |
66 jaar en 7 maanden |
2023 |
67 jaar en 3 maanden |
66 jaar en 10 maanden |
2024 |
67 jaar en 3 maanden |
67 jaar |
2025 en verder |
Koppeling aan levensverwachting |
Koppeling aan levensverwachting |
Later én langzamer omhoog
Met de nieuwe wet gaat de AOW-leeftijd later omhoog en deze stijgt bovendien minder snel. Dit komt doordat de AOW- en de pensioenrichtleeftijd niet langer 1-op-1 gekoppeld zijn aan de levensverwachting, maar slechts voor 2/3e deel. Voor elk jaar “levenswinst” werkt een deelnemer 8 maanden langer door, en ontvangt hij/zij dus 4 maanden langer AOW.
Gevolgen voor deelnemers
De gevolgen van de gewijzigde AOW-leeftijden zijn verschillend voor deelnemers. Voor de grootste groep betekent het dat het pensioen een aantal maanden eerder ingaat, omdat de arbeidsrelatie vaak eindigt op de AOW-leeftijd. Het pensioen zal ook iets lager zijn, omdat er minder lang pensioen wordt opgebouwd en er langer moet worden uitgekeerd. Overigens kunnen deelnemers uiteraard nog steeds op andere leeftijden met pensioen gaan.
Er is echter ook een groep die al pensioen ontvangt, waarbij er een koppeling bestaat met de AOW-leeftijd. Dit geldt bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheidspensioenen, tijdelijk partnerpensioen en AOW-compensatie. In principe geldt hiervoor dat de einddatum van deze pensioenuitkeringen vervroegd wordt naar de nieuwe AOW-leeftijd.
In het geval van AOW-compensatie is dit echter geen automatisme. AOW-compensatie is immers niets anders dan het in hoogte variëren van het levenslange ouderdomspensioen. AOW-compensatie is dan ook geen afzonderlijke pensioenvorm, maar een flexibiliseringsmogelijkheid. De datum waarop de hogere uitkering stopt is door de deelnemers zelf gekozen en vaak gelijk aan de AOW-leeftijd. Als de einddatum gelijk blijft, ontvangt een deelnemer dus een aantal maanden naast de hogere uitkering van ouderdomspensioen ook een AOW-uitkering.
Administratie en communicatie
TKP is de afgelopen tijd druk bezig geweest om alle gevolgen van de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd in kaart te brengen. Deelnemers met AOW-compensatie, voor wie de wet direct gevolgen heeft, worden geïnformeerd of zijn dat al. De administratie is inmiddels aangepast aan de nieuwe AOW-leeftijden. Wij zijn er dus klaar voor.