Spring naar inhoud

Algemeen Pensioenfonds: een nieuwe vorm van samengaan

De regeldruk voor pensioenfondsen neemt toe. Vooral voor kleine fondsen is het daardoor moeilijk om zelfstandig te blijven. In 20 jaar tijd is het aantal pensioenfondsen dan ook verminderd van circa 1.200 naar 400 en die trend zet door. Voor pensioenfondsen die zich beraden op de toekomst is er binnenkort een nieuwe mogelijkheid: het Algemeen Pensioenfonds (APF). Door Falco Valkenburg - raadgevend actuaris, ondernemer, investeerder en voorzitter van de Pensions Committee van de Actuarial Association of Europe.

Huidige mogelijkheden en nadelen

Voor pensioenfondsen die aansluiting zoeken bij andere fondsen of instellingen bestaat een aantal mogelijkheden. Maar de huidige opties hebben hun beperkingen. Zo kunnen fondsen hun regeling(en) overdragen aan een verzekeraar of onderbrengen bij een ander fonds. Nadeel is dat het karakter van de regeling kan veranderen en dat de kosten kunnen toenemen, met een mogelijk negatief effect op de indexatie. Aansluiting zoeken bij een bedrijfstakpensioenfonds buiten de eigen bedrijfstak is voor veel fondsen onaantrekkelijk. Ze delen dan financiële risico’s met  ‘onbekende’ partijen, vaak zonder veel zeggenschap. Een andere mogelijkheid is een multi-ondernemingspensioenfonds (multi-OPF). Fondsen die minimaal 5 jaar bestaan, kunnen samen een fonds oprichten. Maar het zélf moeten oprichten – en er dus aan vast zitten – blijkt een grote drempel te vormen.

Een Algemeen Pensioenfonds: wat houdt het in?

Het Algemeen Pensioenfonds (APF) is een nieuwe mogelijkheid die het beste van veel uitvoeringsvormen lijkt te combineren. Het APF komt tegemoet aan de wens van pensioenfondsen en werkgevers om samen te werken en tegelijkertijd hun identiteit te behouden. Een belangrijk kenmerk is namelijk dat het meerdere pensioenregelingen kan uitvoeren, zoals een defined benefit-regeling (DB) met harde garanties en een defined contribution-regeling (DC). Ook voorwaardelijke indexatie of een collectief defined contributionregeling (CDC) zijn mogelijk.

Door wie en voor wie?

Een APF kan worden opgericht door sociale partners, een pensioenuitvoerder of een verzekeraar. Wel is een vergunning van DNB vereist om de professionaliteit van de uitvoering te garanderen. Naast de bestaande klanten komt ook een nieuwe doelgroep binnen bereik: het MKB. Binnen het MKB bestaan immers vele kleine en daarmee relatief kostbare regelingen. Het MKB kan via het APF profiteren van schaalvoordelen. Ook is het mogelijk een bestaande regeling met harde garanties om te zetten naar een ‘zachter’ contract. Een ander voordeel is dat PPI’s een onderdeel kunnen worden van een APF. Dus ook deze instellingen kunnen samenwerken en naast een DC de mogelijkheid voor inkoop van pensioenen aanbieden. 

Een professioneel opgezet Algemeen Pensioenfonds biedt dus brede mogelijkheden voor pensioenfondsen, sociale partners en verzekeraars en voor deelnemers. Wel is het jammer dat een APF niet pan-Europees mag, voor veel fondsen zou dit interessant zijn, bijvoorbeeld wat betreft schaalvoordelen. Maar daaraan bestaat misschien op dit moment nog niet veel behoefte. Voor nu is het APF een goede, toekomstbestendige manier om samen te werken en de krachten te bundelen.