Spring naar inhoud

Activeren vraagt om vrijheid voor uitvoerders. Pleidooi voor een écht open norm

In de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) komen, net als in veel andere wetten, open normen terug. In een open norm staat wát er verplicht is, maar niet hoe dat precies moet gebeuren. Zo komt er in de Wtp een open norm voor het activeren van deelnemers. Een goede zaak vinden wij, want daarmee krijgen pensioenuitvoerders de vrijheid om de eigen expertise toe te kunnen passen. Maar dan moet die open norm wel echt open blijven.

Activeren is een vak apart

Voor een financieel gezonde toekomst is het belangrijk om deelnemers te activeren. Om ze in beweging te krijgen voor hun pensioen en te zorgen dat ze op het juiste moment de juiste actie ondernemen. Dat vraagt om veel expertise in pensioencommunicatie. Expertise die we als pensioenuitvoeringsorganisatie voor meerdere pensioenfondsen en -uitvoerders, ruimschoots in huis hebben.

Wat in de ene context, voor de ene deelnemer wel werkt, werkt voor een ander niet

Activeren vraagt ook om flexibiliteit. Want wat in de ene context, voor de ene deelnemer wel werkt, werkt voor een ander niet. En dan is er nog de snelle toename van het aantal digitale communicatiemiddelen en -kanalen dat deelnemers gebruiken. Een vast voorgeschreven communicatievorm, zoals nu nog wel in de pensioenwet staat (de UPO bijvoorbeeld), is niet meer van deze tijd. Vandaar ons enthousiasme over de nieuwe open normen, met name de open norm voor het activeren van deelnemers.

Roet in het eten

Toch zien we ook belemmeringen. Factoren die roet in het eten kunnen gooien. Als in de wet een open norm staat, is het een mooi begin, maar daarna volgt de praktijk. Zo moeten toezichthouders wel toezicht kunnen houden op naleving van de wet. Voor pensioenuitvoerders en -uitvoeringsorganisaties ontwikkelen ze daarom beleidsregels. Daarmee weten wij aan welke voorwaarden we ons moeten houden om aan de open normen te voldoen. Dat geeft weliswaar houvast, maar zorgt ook voor onvoldoende bewegingsruimte om onze expertise toe te kunnen passen. Zo kan door het toepassen van alle beleidsregels een brief voor veel deelnemers al snel te lang worden. Waardoor we ze juist minder goed in beweging krijgen.

Ook de wetgever zelf is met het opstellen van de open norm nog niet helemaal consequent. Zo verdwijnt weliswaar de verplichte vorm – zoals de UPO – uit de wet, maar houdt de wetgever wel vast aan eisen die aan de inhoud worden gesteld. Met name aan de omvang en het aantal onderdelen. Dat beperkt onze bewegingsruimte én de effectiviteit van het activeren – want over-informeren, te veel informatie sturen, waarvan bovendien ook niet alles relevant is voor elke deelnemer, is funest.

Over-informeren, te veel informatie sturen, waarvan bovendien ook niet alles relevant is voor elke deelnemer, is funest

Samen onderzoeken

Wij pleiten er daarom voor om gezamenlijk onderzoek te doen naar de manier waarop en waarmee deelnemers het best geactiveerd kunnen worden. Zodat we voldoende houvast hebben om allemaal ons werk goed te kunnen doen en de wetgever de norm echt open kan houden. En wij als hele sector kunnen gaan voor dat gedeelde doel: deelnemers in beweging krijgen voor een financieel gezonde toekomst.

Meer weten?

Download hieronder dan onze lightpaper over de meerwaarde van open normen en bewegingsvrijheid voor pensioenuitvoerders. 

Pleidooi voor een écht open norm

Effectief activeren vraagt om vrijheid in wet- en regelgeving

In de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) komen, net als in veel andere wetten, open normen terug. In een open norm staat wát er verplicht is, maar niet hoe dat precies moet gebeuren. Zo komt er in de Wtp een open norm voor het activeren van deelnemers. Een goede zaak vinden wij, want daarmee krijgen pensioenuitvoerders de vrijheid om de eigen expertise toe te kunnen passen. Maar dan moet die open norm wel echt open blijven.
 

Download de lightpaper

Auteurs