Spring naar inhoud

VPL inkoop geregeld?

Naar aanleiding van de wijziging van het uitvoeringsbesluit VPL (Wet aanpassing fiscale behandeling VUT- en prepensioenregelingen en introductie levensloopregeling) heeft De Nederlandsche Bank onlangs een Q&A gepubliceerd met daarin een nadere uitleg van de rekenregels voor de inkoop van VPL-rechten.

Kort gezegd geeft DNB hierin uitleg over de premie die pensioenfondsen minimaal zouden moeten vragen voor deze inkoop. Deze interpretatie heeft de pensioensector overvallen. Veel fondsen hebben de premie voor de VPL inkoop net als voor de basisregeling gebaseerd op de gedempte kostendekkende premie. Gegeven de momenteel vaak lage ‘premiedekkingsgraad’ betekent dit dat de inkoop niet bijdraagt aan herstel. DNB had nu echter in haar Q&A aangegeven dat de inkoop van VPL aanspraken (minimaal) dekkingsgraadneutraal moet plaatsvinden. DNB baseerde deze aanscherping overigens op haar vorige sectorbrief inzake VPL uit 2012.

Het nieuwe uitvoeringsbesluit  betekende voor veel fondsen dat de inkoop fors gekort moest worden, of dat de VPL premie naar de toekomst fors moest stijgen. Dit heeft geleid tot de nodige onrust en ook de nodige persberichten over dit onderwerp. Minister Koolmees heeft, naar aanleiding van de ontstane discussie, besloten om de ministeriële regeling daarop aan te passen. DNB heeft daartoe op 6 juni 2018 een aangepaste Q&A gepubliceerd. In principe is het nieuwe uitvoeringsbesluit daarmee weer grotendeels afgeschaft.

Is daarmee het probleem voor fondsen geheel van de baan? Niet helemaal. In de voorwaarden is nu opgenomen dat de premiedekkingsgraad van VPL inkoop minimaal gelijk moet zijn aan de premiedekkingsgraad van de basisregeling. Hierdoor kan toch nog een inkoopprobleem ontstaan. Dit kan ontstaan door:

  • De deelnemersgroep van de VPL regeling kent een andere samenstelling dan die van de basisregeling waardoor de premiedekkingsgraad hoger of lager kan liggen dan die van de basisregeling.
  • In de feitelijke premie voor de basisregeling kan ook nog een herstelcomponent zijn opgenomen, waardoor de premiedekkingsgraad van de basisregeling in principe hoger ligt dan die van de VPL-regeling.


Alhoewel het probleem voor de meeste fondsen veel kleiner is geworden, bestaat nog steeds een kans dat een aanpassing van het VPL inkooptarief noodzakelijk is. Wij adviseren u om bij uw actuarieel adviseur na te vragen of dat in uw geval zo is.

Beeld: TonyV3112/Shutterstock.com