Spring naar inhoud

Nieuw wettelijk kader premieovereenkomsten moet leiden tot optimaal pensioenresultaat

Het kabinet is van mening dat het huidige wettelijk kader voor premieovereenkomsten hindernissen opwerpt om tot een optimaal pensioenresultaat te komen. Uiterlijk op de pensioendatum moet volgens het huidige kader een levenslange pensioenuitkering worden ingekocht. In deze uitkeringsfase kan door de pensioenuitvoerder weinig beleggingsrisico genomen worden, omdat de uitkering gegarandeerd moet worden. Daarnaast is de hoogte van de uitkering sterk afhankelijk van de rentestand op het moment van inkoop. De Pensioenwet schrijft nu voor dat het beleggingsrisico moet worden afgebouwd naar mate de pensioendatum dichterbij komt. Ook hierdoor gaat er rendementspotentieel verloren. 

Het kabinet heeft eind november 2015 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de pensioenuitkeringen aan te passen aan de hand van het gerealiseerde beleggingsrendement, een aangepaste levensverwachting en het gerealiseerde sterfteresultaat. Voor de eerste twee kan de verdeling zowel op individuele als op collectieve basis plaatsvinden. Indien verdeling op collectieve basis plaatsvindt, zal dit per zogenoemde toedelingskring moeten geschieden. Een toedelingskring bestaat uit pensioengerechtigden, eventueel aangevuld met deelnemers die vanaf tien jaar voorafgaand aan hun pensioendatum vrijwillig kunnen toetreden. Verdeling van het sterfteresultaat moet altijd op collectieve basis.

Gelijktijdig is het initiatiefwetsvoorstel ‘Pensioenuitkering in pensioneenheden’ van het Kamerlid Lodders aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel beoogt een oplossing te bieden voor dezelfde problematiek. Op 19 februari 2016 heeft de staatssecretaris laten weten dat het wetsvoorstel van het kabinet en het initiatiefwetsvoorstel zullen worden geïntegreerd. Op 29 februari 2016 heeft vervolgens de integratie plaatsgevonden door een nota van wijziging op het initiatiefwetsvoorstel, onder de nieuwe naam ‘Verbeterde premieregeling’. 

In het nieuwe voorstel is het uitdrukken van de pensioenuitkering in ‘pensioeneenheden’ overgenomen uit het oorspronkelijke initiatiefvoorstel. Mogelijkheden om de uitkering te laten variëren als gevolg van over- of onderrendement, levensverwachting of sterfteresultaat zijn uit het kabinetsvoorstel overgenomen. De informatievoorschriften uit beide voorstellen zijn gecombineerd en standaard moet worden uitgegaan van een vast pensioen.

Het wetsvoorstel ‘Verbeterde premieregeling’ is in behandeling bij de Eerste Kamer. Aan de Tweede Kamer is op 8 april 2016 een ontwerpbesluit gestuurd, waarin een aantal onderwerpen uit het wetsvoorstel ‘Verbeterde premieregeling’ nader wordt geregeld. De beoogde datum van inwerkingtreding van de wet is 1 augustus 2016.