Risico­houding

Hebben we het in de pensioenwereld over risicohouding, dan valt daar de risicobereidheid én de risicocapaciteit onder. Dus de risico’s die deelnemers willen lopen en de risico’s die ze kúnnen lopen. Voor een goed en compleet beeld van die risicohouding is een onderzoek nodig waarin al deze – en andere aspecten – meegenomen worden. Dat vraagt om meer dan alleen een lijst met directe kwalitatieve vragen. Mensen vullen dan vaak veilige antwoorden in. Of ze vinden de reikwijdte van de vraag zo groot, dat ze het lastig vinden om hem te beantwoorden. Denk aan een vraag als: ‘Hoe groot is uw risicobereidheid?’. Uit onderzoek blijkt dat het antwoord op dergelijke vragen nauwelijks iets zegt over de mate waarin mensen financiële risico’s willen lopen. Daardoor krijgen deelnemers niet het risicoprofiel dat bij ze past.

Wanneer u een goed en compleet beeld wilt hebben, is er meer nodig. Wij gebruiken beproefde technieken uit de gedragseconomie om een volledig beeld van de risicohouding van deelnemers te bepalen. Hiermee krijgt u ook een beter inzicht in de wensen en beleefwereld van uw deelnemers, wat u kan helpen bij beslissingen over uw beleggingsbeleid.

De kennis en ervaring die we hebben opgedaan bij het ontwikkelen van ons risicopreferentieonderzoek, delen we hier, in dit dossier, met u. Daarnaast bieden we aanvullende diensten – zoals een campagne om deelnemers te motiveren om mee te doen aan het onderzoek. De metingen die we vooraf en tijdens deze campagne doen, geven ons ook nieuwe inzichten die we hier delen. 

In de (concept) wettekst van de Wtp staat hoe pensioenuitvoerders de risicohouding in kaart moeten gaan brengen. In een serie artikelen verkennen we de fases die de Wtp noemt. Omdat de derde fase – het vertalen van de onderzoeksresultaten naar concreet beleggingsbeleid – de meeste vragen oproept, zijn we daarmee gestart. Hieronder leest u alle artikelen uit deze serie.